Eerst was er niets. Zelfs het luchtledige was er nog niet. Maar plotseling was er iets, eerst nietig en klein maar tegelijkertijd groot en alomvattend. Het gaf en het nam. Tot het aan zijn einde kwam.
Dit is het verhaal van het krediet dat altijd maar doorliep. Er kwam gewoon geen eind aan. Het krediet zag het licht met een handtekening op papier, met een druk op de knop en de extra nullen op de bankrekening.
Het krediet was blij. Het keek rond, snuffelde hier en rook nog eens daar. Het voelde allemaal erg goed aan. Het krediet dacht verder niet na, het was gewoon zonder poespas in staat om lopend altijd te bestaan.
Het krediet vond alles ook nog eens heel erg leuk. Vooral lopen. Het krediet kon eigenlijk heel goed lopen. Het was het beste doorlopende krediet ooit. Althans, dat vond het krediet zelf. Het krediet hield niet van stilstaan, het liefst liep het altijd maar door. Het krediet hield ervan tot dienst te zijn. Het meest gelukkig was het krediet als het zag dat het doorliep en het zijn baasje daarmee hielp.
Zijn baasje was erg blij met het doorlopende krediet. Hij gebruikte het voor een nieuwe telefoon, een wasmachine en een televisie. Dankzij het krediet kon het baasje alles kopen wat het wilde. Maar wat het krediet nog niet had gezien was dat de weg aan zijn eind liep. Er was geen links of rechts, en rechtdoor al helemaal niet. Een grote muur reikte tot de hele verte, zo ver als het krediet kon zien.
Beduusd ging het krediet erbij zitten. Waar moet het heen? Het jammerde en huilde. Het zat met zijn handen in het haar. Niet alleen omdat het niet meer kon doorlopen, maar vooral omdat het krediet geen idee had hoe het dit aan zijn baasje vertellen moest. Hoe kon het krediet zijn baasje nu nog onder ogen komen?
Het krediet bleef zo nog een tijdje zitten, tot het besloot achteruit te lopen. Want omkeren kon het doorlopende krediet niet. Zo bleef het krediet doorlopen tot er een deur verscheen. Het liep door de deur naar binnen op zoek naar zijn baasje. Maar in plaats daarvan zag het een andere man. Hey, wie is dat? Het krediet zag de man door de ruimte lopen, en zag hem de televisie oppakken en met de tv in de armen door de deur lopen.
Oh, nee! Wat gebeurt er? Het krediet stond pardoes. Wie was die man? Waar ging hij heen, met de tv? Op dat moment hoorde het krediet een geluid en het zag de andere man door de deur naar binnen lopen. De man keek rond, zag de computer, pakte hem op en nam hem onder zijn armen mee. Wat?
Nu wist het krediet het zeker: dit was echt geen goede zaak. Zijn baasje moest weten wat er allemaal aan de hand was. Het besloot nog wat beter om zich heen te kijken. Want waar was nu zijn baasje gebleven? En daar verscheen opeens het baasje, in een lege ruimte op een stoel, met zijn hoofd in de handen.
Het krediet stelde hem op zijn gemak, maar het baasje wist dat het over was. Het was tijd voor het lopende krediet vaarwel te zeggen en terug te sturen van waar het gekomen was. Het was op dit moment dat het krediet zich bewust werd van de illusie van zijn bestaan, dat het baasje nooit op eigen benen heeft leren staan.