Hoe is het om aan de andere kant van de wereld te zijn en daar om eten te vragen? Ik heb het zelf nog niet meegemaakt maar op televisie zie ik het tafereel, van drie Nederlandse jongens op avontuur in Zuid-Afrika die hun eten (met moeite) delen met de lokale bevolking. Ze ontmoeten daar de lokale bevolking maar ook Nederlanders die ervoor kozen om naar Zuid-Afrika te emigreren.
Het zijn twee bekende liedjesmakers, popidolen uit Nederland, met hun Nederlandse ad-hoc manager. Ze eten gedrieën met een lokale producent in een echt township restaurant. Ze eten in stijl, zoals ze het daar gewend zijn, met veel vlees, direct op het vuur gebraden. Braaien noemen ze het, en je eet met de handen.
“Het is wel heel veel eten. Dat krijgen we nooit op”, zegt een van de drie jongens.
“Ja, dat is een koe voor jou, een voor jou en een voor mij.” Ze genieten van de gebraaide koe. Een van de Nederlanders voelt zich een beetje ongemakkelijk om met de handen te eten. Maar de echte dreun, de-grote-cultuurschok, komt even later pas, als ze het eten niet op krijgen.
“Wat doen we nu hiermee?” Ze staan met hun borden bijna al bij de prullenbak, ready om het weg te gooien.
Maar de redding is nabij. Net voordat ze uit gewoonte het eten de vuilnisbak in willen pleuren, legt de Zuid-Afrikaanse producent uit hoe de mensen daar het eten delen. Want buiten het restaurant staan de arme mensen te wachten, mensen met weinig geld om eten te kopen, zij wachten buiten het restaurant tot iemand het voedsel dat over is komt delen. Een van de Nederlandse jongens luistert met open mond. Hij kan het niet geloven.
Terwijl bij mij op dat moment alle alarmbellen afgaan (gratis eten!) en ik op het puntje van mijn stoel zit, lopen de drie Nederlanders erg onwennig naar buiten. Met hun bord. Ze hebben er duidelijk moeite mee hun overgebleven eten weg te geven.
“Het gaat tegen mijn natuur in”, zegt een van de drie, en we zien enkele jonge jongens van een jaar of zes, zeven, acht het eten uit het bord graaien, alsof ze bang zijn dat die blanke man van gedachten wisselt. Een oud dametje krijgt ook wat mee en binnen een mum van tijd zijn de borden en schalen alweer leeg. De artiesten kijken elkaar met grote verbazing aan, nog steeds onwennig.
Even later in de auto komt de bezinning en zegt er eentje: “Ik voelde me hier een beetje ongemakkelijk bij. Met dat eten uitdelen.”
“Dat is niet nodig, om je ongemakkelijk te voelen. Hier gooien ze geen eten weg, dat is echt 'not done' zei Malik, de producent.”
“Ja dat weet ik wel, maar toch voelt het raar. Begrijp je?”
En zo praten ze nog wat door terwijl ze in de luxe wagen relaxed door de Zuid-Afrikaanse straten rijden, in een andere wereld.
Maar het is niet alleen een andere wereld voor hen zo besef ik. Ook voor mij is dit die andere wereld. Ik ben het zo gewend om eten te delen, en om te vragen voor eten, zelfs om eten in de afvalbak te vinden, dat ik soms inderdaad vergeten ben dat voor veel Nederlanders het normaal is om veel eten weg te gooien, in plaats van eten te delen.
Eten weggooien en te veel eten hebben is de norm in Nederland. En delen is een ver-ons-bed-show. Dat blijft toch wel apart voor mij. Maar ik ben blij dat ik die andere wereld zo openhartig heb mogen aanschouwen. Op televisie dat wel, maar zo heb ik toch maar weer mogen zien hoe het aan de andere kant is.
Zie “Nick & Simon, die Suid-Afrikaanse Droom” via uitzendinggemist.nl